Op 17 september 1836 overleed Johan Kasper Schrek te Zuid-Waddinxveen in huis nr 34 Zijn weduwe Cornelia Alblas had acht kinderen ter wereld gebracht van wie er zes in leven waren
Jan Alblas, oud bijna 13 jaar
Cornelis Alblas, oud bijna 11 jaar
Gerrit Alblas, oud 8½ jaar
Trijntje Schrek, oud 6 jaar
Anna Schrek oud 5 jaar
Willem Schrek, oud 2 jaar
Een weduwe met zes kinderen zonder familie van vaderskant, zonder eigen familie, dat was een zware last voor de diaconie van Waddinxveen. Jan Alblas was waarschijnlijk oud genoeg om bij een boer te gaan werken en in de kost te blijven, hij woonde in 1842 bij R. Kerkhoven
het echtpaar Gerrit Scherpel en Cornelia Kranenburg namen drie kinderen in hun gezin op
Cornelis Alblas (geb. 1825);
Trijntje Schrek (geb. 1830)
en Willem Schrek (geb. 1834).
Moeder Cornelia hield wellicht alleen Gerrit Alblas (geb. 1837) en Anna Schrek (geb. 1831) over
Haar tweede zoon Cornelis (26 jaar) was in Noord-Waddinxveen in het pleeggezin van de familie Scherpel opgevoed. Hij was metselaar van beroep. Op 19 februari 1852 trouwde hij te Broek c.a. met Trijntje Hoogendoorn, remonstrants van gezindte. Stiefbroer Gerrit Scherpel trad op als getuige. Er werden binnen dit huwelijk tien kinderen geboren, onder wie Cornelis (1852) en Cornelia (1859); het gezin werd de basis van de Waddinxveense tak van de familie Alblas (houthandel).